Het is druk in onze tuin. We zijn dagelijks getuige van een allerminst vlekkeloos lopende verhuizing. Eigenlijk twee verhuizingen. Hoewel het koppeltje koolmezen nog in de bezichtigingsfase lijkt te verkeren. Tig keer per dag komen ze een kijkje nemen bij het houten boomhutje dat speciaal voor hun is opgehangen. Meestal blijft het beperkt tot een vluchtige blik bij de voordeur, maar soms wordt ook het interieur bestudeerd. De verhuiswagen is nog niet langs geweest, dus ik weet niet of ze al beslist hebben. Voor de eksters ligt dat anders. Die hebben al een dag of tien geleden besloten onze prunus in te ruilen voor de berkenboom van de buren. Die keuze begrijpen we niet helemaal. In de prunus hadden ze al jarenlang een heel behoorlijke woning. Maar plotseling begonnen ze met bouwmaterialen naar een nogal precaire plek bij de buren te slepen. Het zou kunnen dat ze mij beu waren. Ik scheld ze namelijk regelmatig uit vanwege hun akelige gekrijs. Niet dat ik ooit een vinger naar ze uitsteek. Van mij mogen ze blijven, als ze maar een toontje lager zingen. Misschien is die boodschap overgekomen want hun nieuwe woonplaats ligt aanzienlijk hoger en bovendien buiten mijn jurisdictie. Dat kan ik allemaal begrijpen. Maar wat ik niet begrijp is de klungeligheid van het herhuisvestingsproces. Het is maar een wipje van hun oude woonplaats naar de nieuwe. Dus zouden ze gewoon hun oude huis kunnen demonteren en het materiaal hergebruiken voor de nieuwbouw. Maar nee hoor, ze doen vreselijk hun best om takjes en twijgjes van andere bomen te slopen voor het nieuwe huis. En dan presteren ze het soms ook nog om het constructiehout ergens onderweg te parkeren omdat ze blijkbaar net op dat moment iets dringenders te doen hebben. En ik ben niet de enige die dit alles verbaast. Zojuist zag ik een merel in het verlaten eksternest zitten. Ik hoorde haar denken: ‘Wat een tof nest. Het is dat ik geen ekster ben, maar anders zou ik hier toch lekker gaan zitten.’
Door die verhuizende eksters moest ik denken aan de verhuizing van onze zoon en gezin van Rio de Janeiro naar São Paulo. Wij hadden daar graag bij willen zijn om een handje te helpen maar onder de gegeven omstandigheden gaat dat niet. Dus volgden wij het proces op afstand. Zoals bij de eksters dus. Daags na het vertrek van de verhuiswagen uit Rio kregen wij een foto van de achterkant van een auto met twee fietsen die daar achteloos opgehangen leken te zijn. Het bijschrift luidde: ‘Fietsen vergeten’. Net zoals bij de eksters bezagen wij dit met verbazing want in deze opstelling leek de eerste de beste inhaalmanoeuvre al op een catastrofe uit te gaan lopen. Net toen wij ons ermee wilden gaan bemoeien, hoorden we dat de fietsen bij nader inzien vanwege de ondeugdelijkheid van de fietsendrager voorlopig nog maar even in Rio bleven. Daaruit put ik hoop voor onze eksters. Misschien gaan ze het redden zonder onze wijze raad.
Verhuiscrisis
3