Mocht iemand onder mijn trouwe lezers zich afvragen waar die ondertitel van mijn blog toch op slaat, dan zal ik dat even kort illustreren. Mijn vorige stukje, over de Franse verkiezingen, schreef ik, Nederlands staatsburger, vanuit São Paulo (Brazilië). Of ik daarmee ook ontheemd ben? Goede vraag. Ik vertelde laatst iemand dat, zodra ik ergens in Afrika aankwam, ik onmiddellijk het gevoel had ‘Ha, ik ben er weer’, het prettige gevoel voet aan wal te zetten in een vertrouwde omgeving. Dat gevoel is in de eerste plaats aan Afrika voorbehouden, gewoon omdat het er anders ruikt. Op andere plekken kan het vertrouwd voor oog of oor voelen. Zo word ik er altijd blij van als ik na langere tijd weer Frans om me heen hoor. Dat kan je trouwens ook overkomen in de sneltram in Amstelveen, merkte ik laatst. Eigenlijk zijn er een heleboel plaatsen waar ik mij juist niet ontheemd voel. Maar al die plaatsen zijn niet ‘thuis’. Bij het echte thuisgevoel horen plekken die er niet meer zijn. Ze bestaan in mijn herinnering en gelukkig kan ik ze daar nog gemakkelijk opzoeken. Thuis is met andere woorden een plek waar ik per definitie niet ben en dat bedoel ik zo ongeveer met ontheemd.
Een andere vraag die trouwe lezers misschien gesteld hebben is waarom ik tussen oktober vorig jaar en nu niets meer op mijn blog heb geschreven. Dat zit zo. Na een aantal weken verblijf in São Paulo, besloten we dat het tijd werd om het historisch centrum van de stad te bezoeken. We zaten op dat moment nog midden in de corona-pandemie waardoor wij het openbaar vervoer tot no go area hadden verklaard. Dus een taxi. We lieten ons afzetten achter de grote kathedraal. Mijn gidsje vertelde immers dat het Praça da Sé het ideale uitgangspunt voor een wandeling door het centrum is en dat plein bevindt zich juist voor de kathedraal. Het plein werd beschreven als wijds en beschaduwd door tropische bomen. Dat klopte min of meer, al scheen de zon niet en heb ik dat van die schaduw dus niet kunnen controleren. Wat ik wel onder de immens hoge palmen kon constateren was niet zozeer schaduw als wel allerlei soorten plastic beschutting met daarin en omheen mensen en honden. Het hele plein werd in beslag genomen door daklozen, veelal in gezinsverband. Op een uitloper van het plein bevond zich een enorme samenscholing. We zijn er niet achtergekomen wat daar plaatsvond. Uitdeling van eten, van methadon? Het leek ons wijs dat niet van nabij te gaan onderzoeken. Aan de andere kant van het plein ligt het voetgangersgebied. Dat bereikten we na met schroom het plein overgestoken te hebben. De hoofdwinkelstraten zagen er min of meer normaal uit, maar de winkels in de zijstraatjes waren allemaal gesloten. Voor de neergelaten rolluiken meer geïmproviseerde onderkomens van daklozen, inclusief vuurtjes. Dit is Gotham City riep ik uit en borg mijn fototoestel op. De tegenstelling tussen samenklonteringen van rillende dakloze drugsverslaafden en de schitterende voorgevel van de effectenbeurs was me te veel. We draafden langs bezienswaardige gebouwen maar het mocht allemaal niet baten. Bij het Teatro Municipal was de maat vol. Hetzelfde beeld van daklozen die tegen de muren van het gebouw beschutting zochten en een enorme aankondiging van Peter en de wolf. Niets maakt armoede zo schrijnend als wanneer het in contrast staat tot rijkdom en luxe. Ik dacht gepokt en gemazeld door mijn Afrika-ervaring wel wat aan te kunnen. Maar in de context van gegeneraliseerde armoede valt vooral rijkdom uit de toon. Armoede in een omgeving van rijkdom en overdaad ziet er veel lelijker uit. En als bovenop die armoede ook nog de ellende van de drugsverslaving komt, dan komen we dichtbij het absolute dieptepunt van ontmenselijking. In ieder geval reden genoeg voor mij om mijn fototoestel achter de rits te houden. En erover schrijven kon ik ook niet. En dan waren er nog een paar dingen die maakten dat ik op dat moment niet zo vrolijk in het leven stond. Dat leidde tot een authentieke writer’s block, voor zover ik mezelf een writer mag noemen natuurlijk. Twee gelukzalige maanden in ons eigen paradijsje in Zuid-Frankrijk hadden daar een eind aan moeten maken, ware het niet dat aan het eind van die periode de oorlog in Oekraïne uitbrak. En aangezien ik met niets anders bezig kon zijn dan met die oorlog en vond dat ik aan alle zin en onzin die over die oorlog geschreven werd niets had toe te voegen, bleef het stil aan deze kant.
Maar nu ben ik na negen maanden weer terug in São Paulo en dat leek me een mooie gelegenheid de draad weer op te pakken. Zodoende.