Mijn zoon had me verteld over een straatje in zijn buurt dat vol staat met Porsches, Lamborghini’s, Ferrari’s en nog zo wat. Ik nam aan dat het hier om een dichterlijke overdrijving ging. Totdat ik gisteren met hem van uit een van die gigantische shopping malls waarin ze in dit land lijken te grossieren via de kortste weg naar huis reed. We kwamen op twee straten van zijn appartement door een straat met aan weerszijden goedgevulde terrassen. Het zag er heel gezellig uit. Tot mijn blik viel op de geparkeerd staande auto’s. Daar stonden ze, de Porsches, Lamborghini’s, Ferrari’s en MacLarens. Ik riep zoiets als ‘Dit kan niet waar zijn!’. ‘Heb ik je toch verteld’, was het antwoord. Alsof zoiets de gewoonste zaak van de wereld is. Vijftig meter verderop, maar wel uit het zicht van de bezitters van al deze ostentatieve rijkdom, staan straatschoffies bij de stoplichten te bedelen. Als je vanaf dat punt de straat oversteekt, een drukke boulevard, kom je in de Jardims terecht, een oase van rust in het voor het overige zo drukke en lawaaiige São Paulo. O ja, sorry, ik was even vergeten te vermelden dat we na twee jaar voor het eerst weer op familiebezoek in Brazilië zijn. De Jardims dus. Niet alleen een oase van rust, maar ook van groen, en van rijkdom. Ook hier. Alleen hier geen opzichtige felgekleurde bolides. Behalve in een paar doorgaande wegen rijdt hier nauwelijks een auto en de auto’s die achter de meestal zwaar omheinde huizen zichtbaar zijn, behoren vooral tot de categorie dure SUV. Naar verluidt zijn ze allemaal kogelvrij gemaakt. Ik las onlangs in de krant dat het kogelvrij maken van auto’s een van de meest lucratieve businesses in het land is. Natuurlijk wil ik iets begrijpen van wat ik zie. Volgens de GINI-coëfficiënt die inkomensongelijkheid meet staat Brazilië op nummer 151 van 159 landen. Van de rijkere ontwikkelingslanden doet alleen Zuid-Afrika het slechter. Dat land staat op een schaal van 0 tot 100 met 63 punten op de laatste plaats. Brazilië heeft 53.9 punten en, ter vergelijking, Nederland staat met 28.5 op de 15e plaats. Ja maar, zegt mijn zoon die niet alleen in Brazilië woont maar ook nog macro-econoom is, die GINI-cijfers geven een vertekend beeld. Daarin zit bijvoorbeeld niet verwerkt het niveau en de toegankelijkheid van de gezondheidszorg voor de armere delen van de bevolking. Er gaat mij nu een lichtje branden, een waakvlammetje uit de tijd dat ik me bezighield met ontwikkelingshulp en armoedebestrijding. Was voor die lacune niet de Human Development Index (HDI) ontwikkeld? Die corrigeert namelijk het nationaal inkomen voor stand van de gezondheidszorg (levensverwachting) en opleidingsniveau (aantal jaren scholing). Dan scoort Brazilië opeens een stuk hoger dan Zuid-Afrika. Alleen, die inkomensongelijkheid (Lamborghini versus teenslippers) zit er dan weer niet in. Het blijft tobben. Op de World Happiness Index staat Brazilië op de 32e plaats, twee plaatsen onder Italië. Hoe moet ik dat dan weer duiden? Dat een Ferrari of een Lamborghini niet alleen zaligmakend is? Laat ik dat nou altijd al gedacht hebben.
Over Lamborghini’s en Ferrari’s
1