Huis verkopen 5: Zijn wij er ook nog?

We zijn weer twee rampen verder. Natuurlijk kregen onze kopers niet de voordeliger lening. Het verzoek werd afgewezen door de bank. Een lichte wind van paniek. Wat nu ? Als ze niet teruggaan naar de bank die hen al eerder een offerte had gedaan, moeten ze ons een boete van 10% van de koopprijs gaan betalen. Maar daarvoor moeten wij wel naar de rechter stappen. Een onverkwikkelijke situatie. Niet iets dat we ons hadden voorgesteld. Het huis verkopen aan aardige mensen en iedereen zou blij en gelukkig zijn. Een rechtbank past niet erg in dat plaatje. Maar goed, onze kopers lieten weten dat ze onmiddellijk weer naar de eerste bank terug zouden gaan. Ze meenden dat die bank zeker opnieuw een offerte onder dezelfde voorwaarden zou doen. En inderdaad kregen ze die offerte een paar dagen later. Maar niet onder dezelfde voorwaarden. Nee, gunstiger ! Een beloning voor slecht gedrag, noemde de makelaar het. Maar dat kon ons natuurlijk weinig schelen. Als dat vermaledijde leningscontract eindelijk maar eens getekend zou worden. Maar ook daar geen probleem : een paar dagen later zou dat voor elkaar zijn. Alleen, een paar uur voor het moment suprême botsten in een tunnel bij Genève twee vrachtwagens in volle vaart op elkaar. De ravage was groot en het verkeer in de tunnel zat urenlang vast. En wie zaten er in die tunnel ? Onze kopers op weg naar de bank. En wat zei de mevrouw van de bank toen ze haar meldden dat ze een forse vertraging hadden ? Dat het contract dan helaas die middag niet getekend kon worden. Onze kopers lieten ons per e-mail weten dat er een doem op hen rustte en dat ze ontgoocheld waren. “En wij dan?“, riepen wij tegen elkaar. “Zijn wij er misschien ook nog, of moeten wij die kopers van ons zielig vinden? Die moesten toch zo nodig van bank veranderen? En je weet toch, wie het onderste uit de kan wil …” En zo gingen wij nog even door in hartverscheurend zelfbeklag. Intussen is het alweer bijna zo ver. Over twee dagen gaan ze weer naar de bank. Ik ben benieuwd hoe ze mogelijke calamiteiten gaan vermijden.

Advertentie

Huis verkopen 4: Controle

Twijfels, bergen twijfels, zeeën met twijfels. Ik wist niet dat een mens over een zo grote voorraad aan twijfels kon beschikken. Ik reken mezelf niet tot de categorie geboren twijfelaars, dat wil zeggen als het om alledaagse dingen gaat. Wel op filosofisch of levensbeschouwelijk vlak. Ik geloof heilig in twijfel. Ik hou niet van onwrikbare zekerheden. Sterker nog, ik geloof niet dat die bestaan. Maar daar wilde ik het niet over hebben. Het gaat mij meer om twijfels in de trant van : zullen we de bus of de fiets nemen of zullen we naar film A of naar film B gaan. En dan heb je ook nog twijfels aan de intenties van anderen. Als persoon X zegt dat ze naar film A wil, meent ze dat dan ook echt, of is dat om mij een plezier te doen ? En als persoon Y zegt dat hij liever wil lopen, wil hij dat dan echt, of is dat om mijn voorstel van fietsen of met de bus gaan te dwarsbomen ? Daarin ben ik toch een stuk minder twijfelloos en vooral naarmate de keuze voor mij belangrijker is.
En maand geleden wisten wij niet beter of de kopers van ons pand beschikten over twee solide aanbiedingen van banken om de aankoop te financieren. Dus na het tekenen van het voorlopig koopcontract kon alles niet anders dan van een leien dakje gaan (en met een paar honderd vierkante meter leien dak boven ons hoofd weten wij heel goed wat dat betekent). Dat voorlopig koopcontract is nu alweer bijna twee maanden oud, wat betekent dat het over een paar dagen afloopt en nog steeds hebben onze kopers geen akkoord van de door hun gekozen bank voor de financiering. Tenminste, niet dat wij weten (hoort u de twijfel door deze woorden heen klinken?). De termijn waarbinnen de bank zou beslissen is inmiddels verstreken. Wat gebeurt er? De meest onwaarschijnlijke verklaringen zijn al de revue gepasseerd (ze willen niet meer en gebruiken de bank als excuus, ze hebben ruzie gekregen en willen de koop stoppen, haar moeder heeft haar financiële bijdrage ingetrokken, de bank heeft zijn criteria aangescherpt, …). Bij nadere beschouwing blijkt geen enkele van deze verklaringen stand te kunnen houden, maar wat is er dan wel aan de hand? De makelaar blijkt het ook niet te weten en de kopers zelf houden hun kaken stijf op elkaar. Een ideale situatie voor wilde speculaties, voor angstige voorgevoelens, voor akelige toekomstvisioenen. Want denk maar niet dat wij hier in een ligstoel in de tuin met een koele drank in de hand onze stralende toekomst aan het contempleren zijn. Nee! Zelfs al zouden wij de noodzakelijke toestand van innerlijke rust kunnen bereiken, dan is dat nog niet mogelijk. Dit is een groot huis met een grote tuin en tuinen hebben in de zomer de neiging om onderhouden te willen worden: alles groeit alle kanten op en dat moet in toom gehouden worden. Want: we willen de kopers niet opzadelen met het horticulturele resultaat van enige maanden van ledigheid. Bovendien willen wij onze laatste weken hier genieten van de tuin zoals we hem wilden en niet vertrekken met de treurige beelden van tuinmans nachtmerrie op ons netvlies. En dan is er natuurlijk ook nog het onwaarschijnlijke maar theoretisch mogelijke geval dat de verkoop niet doorgaat. Daar wil ik eigenlijk helemaal niet aan denken en zeker niet gecombineerd met een inhaalmanoeuvre van maandenlang achterstallig onderhoud. Werken dus. Handwerk. Dat leidt af. Ja, maar geeft ook ruimte om door onaangename gedachten besprongen te worden. Zoals: in hemelsnaam, niet nog een seizoen tuinieren. Mijn vriendjes, zoals iemand ze laatst noemde, helpen me daar van harte bij. Mijn vriendjes zijn de mollen. Die laten geen gelegenheid voorbij gaan om me eraan te herinneren dat een tuin een organisch geheel is onderhevig aan gewilde en ongewilde veranderingen. Tot die laatste behoren de molshopen. Ik heb nooit gestreefd naar een Engels gazon (en ik weet inmiddels dat je een verschrikkelijke masochist moet zijn om daar wél naar te streven), maar ik vind een grasveld in contrast met allerlei bomen en struiken wel aardig. Dat geeft ook de mogelijkheid om zichtlijnen te creëren zodat de tuin niet een verzameling ongedifferentieerde plantengroei wordt waar je je alleen met een kapmes doorheen kunt bewegen. Maar een grasveld dat eruit ziet als een slagveld uit de Eerste Wereldoorlog is zacht gezegd deprimerend. Dus moeten de mollen bestreden worden. En ook deze keer lijkt het erop dat ik de vijandelijke bewegingen onder controle heb gekregen (vijf jaar geleden schreef ik daar al eens een stukje over: http://tonnijzink.blog.lemonde.fr/2011/04/13/oorlog/). Nu nog het middel vinden waarmee ik de kopers onder controle krijg en ik ben helemaal tevreden.

Huis verkopen 3: Mandaat geannuleerd

(Dit verhaaltje dateert van een maand eerder dan de aangegeven datum. Door een misverstand had ik een tijdlang geen toegang tot mijn blog.)

Blij en gelukkig. In mijn eerste verhaaltje over de ophanden zijnde verkoop van onze watermolen schreef ik dat ik vond dat ik mij dat moest voelen, maar dat ik dat niet was. Een aantal weken verder is dat nog steeds niet gelukt. Daar zijn verschillende redenen voor. Een daarvan is dat het hele verkoopproces erop gericht lijkt te zijn dat ik me geen moment blij en gelukkig kan voelen. Iedere week brengt een nieuwe portie anxiogene gebeurtenissen met zich mee. Gisteren nog. Wij wisten dat de kopers met een bank aan het onderhandelen waren over de voorwaarden van hun hypotheek. Die bank wil dat de waarde van onze molen door een expert getaxeerd wordt. Logisch, want die bank sluit geen lening  af op basis van uitsluitend het inkomen van de kopers (het Franse systeem) maar ook gebaseerd op de waarde van het pand (het systeem dat het thuisland van onze kopers hanteert). Daarvoor was een expert ingeschakeld en die zou ons een dezer dagen bezoeken.  Dat was voor ons geen reden tot bezorgdheid. De verkoopprijs is alleszins schappelijk, het pand is dat bedrag dubbel en dwars waard. Gisteren liet J. ons mobieltje uit haar handen vallen. Terwijl ik bezig was de verschillende onderdelen van het telefoontje onder kasten en rekken bijeen te zoeken, merkte zij op dat er warempel wel iets belangrijkers was dan het bijeenzoeken van stukjes telefoon : het mandaat was namelijk geannuleerd. Mijn hart miste een paar slagen en ik verzocht stamelend om uitleg. ‘Ga maar lezen, het staat in de mail’, zei J. onverbiddelijk. In een mail van onze kopers stond inderdaad dat er een mandaat was geannuleerd, maar niet een dat ons direct aanging. Het was namelijk het mandaat dat de bank aan de expert had gegeven om ons pand te taxeren. De expert zou te duur zijn. ‘Dat maakt voor ons helemaal niets uit’, riep ik uit. ‘Dat weet ik’, luidde het antwoord, ‘maar ik wist geen betere manier om je onder die kast vandaan te krijgen, op zoek naar de resten van de telefoon.’ Eind goed, al goed. Het telefoontje werkt weer.

Met verbijstering ervoeren wij een paar weken geleden hoe snel een verhuizing kan plaatsvinden. Onze zoon belde dat hij en zijn vrouw naar Rio gingen (ze wonen in Brasilia). ‘Leuk’, zei ik, ‘hoe lang blijven jullie ?’
‘Hoe lang ? We gaan verhuizen !’
‘Wanneer ?’
‘Voor het eind van de week.’
De volgende dag kregen we al een foto van een lege kamer met een stapel dozen en de dag daarna van nog een lege kamer met alweer een stapel dozen en de dag daarna een foto met een gedemonteerde bank en na vier dagen een foto van een snelweg genomen door een voorruit met de tekst ‘We zijn onderweg naar Rio’.
Intussen verstuurden wij foto’s van een steeds voller rakende kamer met lege archiefdozen en stapels papier. We lazen elkaar voor uit veertig jaar oude correspondentie, lieten elkaar krantenknipsels zien van onze wapenfeiten uit een militant of anderszins mediageniek verleden en verwezen onbarmhartig pamfletten van groot historisch belang naar de oudpapierbak. In vier dagen onze spullen selecteren en inpakken zou ons toch nooit gelukt zijn, dan kunnen we er net zo goed vier weken voor nemen.