Vanochtend moest ik even naar de houthandel. Die zit op 20 minuten lopen van onze verblijfplaats. Voor de goede orde, het fenomeen bouwmarkt of doe-het-zelf winkel kent Rio niet en ik denk zelfs dat het in heel Brazilië niet bestaat. Je zult dus tevergeefs zoeken naar een Gamma, Karwei of Hubo. Je moet je weg zien te vinden tussen ijzerhandels, winkels voor elektrisch installatiemateriaal, voor loodgieterswaren en ga zo maar door. Dat lukt doorgaans heel aardig, maar hout is een ander verhaal. In tegenstelling tot al die andere winkels die je in de winkelstraten in de woonwijken bij bosjes vindt. Maar goed ik vond dus een houthandel op 20 minuten lopen langs de brede asfaltstrook die de scheiding vormt tussen de zee (eigenlijk een baai, Rio ligt voor het grootste deel aan de baai van Guanabara) en wonen, werken en winkelen. Dat is dus kenmerkend voor Rio: die drie functies plus de horeca vind je in de middenklasse-wijken dwars door elkaar heen. Wat Rio, behalve dat het een mooie stad is, ook tot een buitengewoon gezellige stad maakt.
In die houthandel, eigenlijk meer wat ze in Frankrijk een menuiserie noemen, dus waar ze ramen en deuren maken, vind ik het latje dat ik nodig heb. Op de terugweg hoor ik vrolijke klanken. Het blijkt een orkestje van vier heren te zijn die de opening van alweer een drogisterij luister bij zetten. Dit behoeft enige uitleg. Ik krijg namelijk de indruk dat ieder winkelpand dat hier vrijkomt ingenomen wordt door een nieuwe drogisterij en dan meestal niet zo’n kleintje ook. Meer een paramedische supermarkt. En bovendien: er zijn er al zo veel. Het is niet moeilijk een plek op straat te vinden vanwaar je met een draai van 360° vier drogisterijen in het vizier krijgt. Wat mankeert de Brazilianen dat ze zoveel medicijnen nodig hebben (zoals in Frankrijk de pharmacie zijn de drogisten hier tegelijk apotheken)? Ik heb daar voorlopig nog geen antwoord op. Dat is het aardige van het vertoeven in verre streken: hoe langer je ergens woont, hoe groter het aantal vragen waarop je geen antwoord hebt. Met andere woorden: de vanzelfsprekendheden van het dagelijks leven worden onderuitgehaald.
Maar goed, die vier musicerende mannen voor de nieuwe drogisterij dus. Een trombonist, een trompettist en twee slagwerkers. Allevier de zestig gepasseerd. Het deed me denken aan de ‘krasse knarren’ verhalen die ik uit Nederland hoor. Hofjes voor 65+-ers. “Daar wil ik nog niet dood gezien worden”, riep ik in een vlaag van opperste arrogantie uit. Een slimmerik zou kunnen antwoorden “Maar dat is ook juist de bedoeling”. Ik denk dat voor deze vier mannen zo’n discussie tamelijk steriel is. Ik denk niet dat er zelfs maar een van hen zal zeggen: “Dat ik werk terwijl ik al in de AOW zit, wil niet zeggen dat ik zielig ben”. Weliswaar is er een prachtige pensioenregeling in dit land, maar die geldt alleen voor ambtenaren. Een té mooie regeling – op je vijftigste met pensioen met behoud van het laatstverdiende salaris – die door mensen zoals deze musicerende bejaarden betaald moet worden. Niettemin denk ik niet dat ze zelfs maar aan het woord zielig zouden denken bij het beschrijven van hun toestand. Ook niet aan krasse knar vermoed ik. En de muziek swingde de pan uit. Lang leve de musicerende bejaarden.
Wij wonen hier tegenover een kantoorgebouw van 19 verdiepingen waarin zo’n twee- à drieduizend mensen werken. Ik sta wel eens uit het raam te kijken naar de bewegingen van al die werkenden als ze aankomen en vertrekken. Vooral rond lunchtijd is dat interessant. De meesten gaan, hun badge met lintje om de nek alsof het een bijzondere onderscheiding betreft, eten in een van de naburige restaurants, sommigen worden groepsgewijs opgehaald per bustaxi. Maar op de terugweg van mijn houthandel ontdekte ik nog een andere categorie, die door gebladerte aan mijn oog onttrokken wordt als ik vanuit onze woonkamer naar beneden kijk. Zij lopen naar een tafeltje aan de rand van het trottoir dat gevuld is met bruinpapieren zakken voorzien van een etiket met een naam erop. De lunchservice voor diegenen die blijkbaar minder riante secundaire arbeidsvoorwaarden hebben.