Ictus

Ooit van een ictus amnésique gehoord? Vast niet. Letterlijk betekent het een amnesische slag of stoot. Van een TGA dan? Ook niet hè? Dat is goed Nederlands voor een transient global amnesia. Een tijdelijk algemeen geheugenverlies. Dat klinkt toch tamelijk normaal. Zoiets kan je toch overkomen? Dat hebben we allemaal toch wel eens, dat we even niet meer weten wat we ook alweer op gingen halen? Ja, maar dat is dus geen ictus of TGA. Een TGA is een uiterst zeldzaam fenomeen. Je weet korte tijd – dat kan een uur zijn, maar ook een halve dag – helemaal niet meer waarom je op een bepaalde plek bent en hoe je daar gekomen bent, wat je daar aan het doen bent en waarom. Als er iemand in je nabijheid is, stel je die ook voortdurend die vragen: waarom ben ik hier, wat doe ik hier, hoe ben ik hier gekomen? Voor de rest gedraag je je helemaal normaal. Er is niets bijzonders aan je te zien, je bent niet duizelig, je valt niet om, alleen je bent er wel, maar ook weer niet. Je hersens zijn gewoon even helemaal leeg. Je hebt een staat bereikt die sommige mensen na vele jaren oefenen in mediteren misschien ooit bereiken zullen. Een soort zalige onnozelheid die alleen maar prettig zou zijn als je er zeggenschap over hebt. Maar dat is het nou net, het gebeurt totaal onverwachts en je kunt het ook niet stoppen. Wie je er erg blij mee maakt is je arts. Want: a) hij/zij heeft het waarschijnlijk nog nooit eerder bij de hand gehad, b) hij/zij zal je na raadpleging van de vakliteratuur kunnen vertellen dat het absoluut goedaardig is en dat je er ook niets aan over kunt houden, c) hij/zij kan je vertellen dat je niet bang hoeft te zijn dat het je nog eens overkomt want recidive is uiterst zeldzaam. Tenslotte zal de arts je desgevraagd kunnen meedelen dat je niet hoeft te zoeken naar oorzaken, want die zijn niet bekend. We hebben hier te maken met een zogeheten idiopatische aandoening. Met andere woorden: het verschijnsel is bekend maar we weten niet wat de oorzaak kan zijn. Ik vind dat een fantastisch woord, idiopatisch. Een quasi wetenschappelijke term voor we-weten-het-niet-en-eigenlijk-is-dat-niet-erg. Heel geruststellend. Nee joh, niks aan de hand, het is gewoon idiopatisch.

Tot zover mijn populair wetenschappelijke resumé van de TGA. Dat ik niet opgeschreven zou hebben als ik niet hoogst persoonlijk daar een nieuwe vorm van had uitgevonden: de RTGA, de recurrente transient global amnesia. Dat zeg ik niet als medische wetenschapper – want dat ben ik niet – maar als ervaringsdeskundige. En wat voor een! Ik heb in mijn eentje meer TGA’s gehad dan een huisarts naar alle waarschijnlijkheid ooit in zijn/haar praktijk zal zien. De eerste keer gebeurde het me met twee glazen wijn in mijn handen. Ik kwam daarmee de eetkamer binnen en vroeg aan mijn vrouw, Jacqueline, waarom ik daarmee liep en trouwens, vroeg ik, wat doet hij hier, ik weet wel wie dat is maar waarom is hij hier? Niet erg beleefd om zo over een gast te spreken. Na enig heen-en-weer bellen heeft Jacqueline mij naar het ziekenhuis twintig kilometer verderop gereden. Ik heb die afstand nog nooit in zo’n korte tijd afgelegd. We waren nog maar nauwelijks vertrokken of we waren al aangekomen. Mijn tijdsbesef was even helemaal weg. In het ziekenhuis vroeg de dienstdoende arts mij wat er aan de hand was. Ik zei daar geen idee van te hebben en dat ik juist daarom bij hem was. Voor de rest heeft Jacqueline het woord gedaan terwijl ik mij al die aandacht als een klein kind liet welgevallen.
De tweede TGA was een heel kortstondige. Ik stond in ons huisje in Zuid-Frankrijk in een rots te hakken toen ik mij weer de vraag stelde wat ben ik aan het doen en waarom? Behoorlijk existentiële vragen waarvan het normaal gesproken geen kwaad kan als mensen zich die wat vaker stellen, maar in dit geval ging het wel over erg concrete zaken als bijtel, hamer en rots.
De derde keer was het goed raak. Ik was op een feest in een uitspanning ergens in de bossen bij Hilversum toen ik aan de vrouw met wie ik aan het praten was vertelde dat er iets raars in mijn hoofd gebeurde en haar vroeg of ze mij kon vertellen waar ik was en waarom en hoe ik daar gekomen was. Ik zag wel een paar bekende gezichten maar was niet in staat die in een zinvol verband te zien. Chaos kortom. Een dag later was alles weer min of meer op zijn plaats. Wat mij wel duidelijk werd van zo’n TGA, was dat sommige gaten in het geheugen niet meer opgevuld worden. Je zou bij wijze van spreken rond het moment van de amnesische stoot een moord kunnen plegen zonder je daar iets van te herinneren. Maar je zou ook minder ingrijpende dingen kunnen doen, maar waar je je achteraf toch erg voor zou schamen. Dat is een akelige gedachte. Niemand heeft me daar nog iets over verteld, dus misschien is het meegevallen.
De vierde en vooralsnog laatste keer vond plaats in Amsterdam. Achteraf wist ik nauwelijks meer hoe ik daar gekomen was (per trein vanuit Zutphen). Van de dag zelf die ik met vrienden heb doorgebracht en de terugreis had ik niet meer dan vage herinneringen.
Uiteraard ben ik later al of niet met de neurologe alle mogelijke triggers voor zulke aanvallen van geheugenverlies nagegaan. En als je maar lang genoeg graaft vind je altijd wel ergens een emotionele schok of iets dergelijks. Maar nee, het heeft er allemaal niets mee te maken. Ik ben gewoon een zeldzaam geval. Nog veel zeldzamer dan genieën van welke soort ook. Dat heeft wel iets.

Advertentie