Een dissel of disselboom is een balk waarmee een kar wordt voortgetrokken, dus zo’n ding tussen paard en wagen of tussen auto en caravan. Kortom een verbindingsstuk tussen krachtbron en lading. Mooi woord om overdrachtelijk te gebruiken. Wat zou je zeggen van verbinding tussen de wetenschap en het gewone volk? Of Tussen RIVM en publieke opinie? Laat nou juist prof. dr. J.T. (Jaap) van Dissel als directeur infectieziektebestrijding van het RIVM ons als leken op dit vakgebied bijna dagelijks toespreken over hoe het nou precies zit met het corona- oftewel covid-19 virus. Een typisch geval van What’s in a name of Nomen est omen. Hoewel. Laat ik maar even duidelijk zijn: ik vind de man een totale overdrachtsramp. Eerst introduceert hij bij de politiek en het gewone volk het begrip groepsimmuniteit waar niemand iets van begrijpt of liever: we begrijpen dat als nou maar de helft of iets meer van de bevolking het virus heeft gehad, de rest onder de beschermende mantel van de groepsimmuniteit valt. Conclusie van de leek: laat dan maar zou gauw mogelijk zoveel mogelijk mensen het virus krijgen dan zijn we des te sneller van deze vervelende ziekte af. Nee, nee, zegt meneer Van Dissel de volgende dag, zo zit het niet: groepsimmuniteit is niet het doel maar het mogelijke resultaat van een proces. Op dit moment haakt 4 mavo wel af, die hebben namelijk geen colleges methodologie gevolgd. Die willen gewoon weten hoe erg is het (erg), hoe lang gaat dit duren (lang), hoe groot is de kans dat ik het ga krijgen (groot), dat ik er aan doodga (klein) en nog een paar van dit soort praktische zaken. Vervolgens wil 4 mavo horen aan welke regels ze zich moeten houden en wat er gebeurt als ze dat niet doen. Maar zo gebeurt dat niet onder de bezielende leiding van professor van Dissel. Die babbelt gewoon wat weg alsof hij met collega’s in de koffiepauze aan het praten is. En blijkbaar is er niemand die hem dat zegt. Want wat vertelt de hooggeleerde Jaap op woensdag 25 maart aan den volke? Dat de maatregelen die de Nederlandse overheid heeft genomen om de corona-uitbraak zo goed mogelijk te beheersen, ervoor hebben gezorgd dat de groei van de uitbraak afvlakt. Om te concluderen: “Er is in ieder geval sprake van een positieve trend”. Het probleem is niet dat het niet klopt (tenminste dat neem ik maar even aan), maar dat alleen die collega’s in de koffiepauze begrijpen wat hij bedoelt. Misschien is er zelfs een die zegt “Tut tut ho ho Jaap, ik vind dat je nu wel een beetje te ver gaat.” Maar wat hoort de argeloze tv-kijker: de groei neemt af en er is een positieve trend. En dat eerste is onjuist en dat tweede is nog maar helemaal de vraag. Want hoezo positieve trend? Als de groei minder snel toeneemt (afvlakken dus), is er nog steeds een groot en groeiend aantal besmettingen. Zelfs als de groei tot stilstand komt, kan ik daar nog steeds niets positiefs in zien. Als de groeicurve horizontaal wordt en zich lang genoeg doorzet, wordt op den duur de volledige bevolking uitgeroeid. Positief?
Misschien dat Jaap van Dissel een heel kundig wetenschapper is, zeker is dat hij met de autoriteit van een onfeilbaar wetenschapper spreekt. Politici vinden dat blijkbaar heerlijk want dan hoeven ze zelf niet meer na te denken. De woorden van Jaap gaan er bij Rutte (drs geschiedenis, dus geen epidemiologie en geen statistiek) in als Gods woord bij een ouderling. Misschien kunnen ze bij de RIVM een dissel ontwerpen tussen hun directeur infectieziektenbestrijding en het gewone volk.